kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -
kurai,kurai book -

kurai,kurai book

photography

Verpletterende leegte door Arno Haijtema

artikel in de Volkrant: 30 mei 2012                                                                                        het fotoboek is te bestellen op www.marboni.nl voor 20,- euro 

Fotografe Marjoleine Boonstra bezocht leeg en eenzaam Centraal-Azië. Schrijfster Céline Linssen ging een dialoog aan met haar beelden. Wat ben je blij hun spoor te volgen. Een foto van een burchtruïne in een droog, rotsig, eenzaam landschap, de muren ten prooi aan de eeuwenlange erosie van regen en wind. Een straatje met winkelpanden, kleine gebouwtjes met luiken voor de ramen, en geen enkel teken van handel of andere menselijke activiteit. Een in een woning gemaakte foto van afgebladderde muren bij een primitief bed van rietstokken, bedekt met een sleetse vacht. 

Wie het boek Koeraaj koeraaj bekijkt, zou de indruk kunnen krijgen dat de laatste inwoners het land dat fotografe en documentairemaakster Marjoleine Boonstra heeft bezocht, enige tijd geleden hebben verlaten. Er valt ook niet te leven, denk je. In de eindeloze vlakten met stofstormen en keien, gruis en onbarmhartige hitte kan alleen de kameel overleven. Zijn harige bult domineert op een andere foto twee pagina's, als een schijnbaar eerbetoon en imposant als een bergtop. De illusie dat daar, in die bult, de kameel het water bewaart dat hem in staat stelt de eindeloze droogte te overleven, leeft even weer op. Op een andere foto heeft Boonstra het bewijs gevonden dat hier, in de desolate streek waar Azië en het Midden-Oosten elkaar ontmoeten, nog mensen leven: een kamer vol etalagepoppen gehuld in weelderige, flonkerende bruidsjurken. Het teken dat er getrouwd wordt, gezinnen worden gesticht, dat er bronnen van inkomsten zijn, dat er water is en voedsel. Maar waar dan? De bewoners van dit ongenoemde, onherbergzame gebied reizen vermoedelijk veel, op zo'n kameel misschien, of op de motor die een lang wielspoor heeft achtergelaten in de droge steppegrond. Er staat een lege trein te wachten in de brandende zon. Het geüniformeerde personeel schuilt in de schaduw onder de wagons tegen de zon, hopend op passagiers, die heus gaan komen. Onder de parasols naast de trein wachten twee oude vrouwen geduldig met een paar flesjes frisdrank op een kleedje voor zich uitgestald. Die zouden daar niet zitten als er geen handel valt te verwachten. Ze moet er zijn, maar afgezien van die ene foto bij de trein krijgen we de Centraal-Aziatische bevolking in Boonstra's Koeraaj koeraaj niet te zien. 

Het hindert de lezer niet - integendeel, het prikkelt de nieuwsgierigheid en opmerkzaamheid meer dan haar aanwezigheid op de foto's zou kunnen doen. En zo leer je, door nauwgezet te kijken, dat de bewoners met weinig bezittingen tevreden zijn. Omdat ze veel op weg zijn, op zoek naar bronnen van bestaan, en licht moeten reizen. Of omdat er zo weinig bronnen van bestaan zijn dat ze zich niet veel bezit kunnen veroorloven. Het resultaat is hetzelfde: van materiële rijkdom moeten ze het niet hebben. In de wel aanwezige materie schuilt rijkdom in de vorm van een overdonderende visuele schoonheid. Ragfijn geweven, bijna doorzichtige gordijnen wapperen in een deuropening en doen het zonlicht glinsteren. Eeuwenoude, van de droogte kreunende deuren die uiteen zouden vallen als ze worden geopend, hebben een vale kleur blauw aangenomen die alleen kan ontstaan door het verstrijken van decennia. Vier afgehakte geitenpoten, bijeengehouden door een bebloede doek, hebben de elegantie van de voetjes van balletdanseressen. De net gestroopte, blauwige huid van een schaap, met adertjes en bloedige vliesjes, oogt als een mysterieuze landkaart. 

Poëtisch en tijdloos zijn Boonstra's foto's van het land waar de westerse welvaart niet is doorgedrongen en eeuwenoude bouwsels alle tijd hebben om te vervallen - om in de tussentijd gebruikt te worden door generaties die niet veeleisend zijn. Zeldzaam mooi vormgegeven (door ontwerper en uitgever Willem van Zoetendaal) en gedrukt is het boek. Op het eerste gezicht lijkt Koeraaj koeraaj een fotoboek aangevuld met teksten. Maar als je de eerste van de dertien korte verhalen hebt gelezen, weet je dat hier niet sprake is van het in dit soort boeken gangbare commentaar bij de foto's. 

De verhalen van schrijfster Céline Linssen gaan een dialoog aan met de beelden; ze zijn erop geïnspireerd, maken zich los van wat de foto's tonen, zweven weg op hun eigen zeggingskracht. En ze lichten hier en daar een sluier op van de raadselen die het boek herbergt. En zo komt de lezer aan de weet dat de plant koeraaj door de Amerikanen tumbleweed wordt genoemd; de struik die in eindeloze draf, voortgeblazen door de steppewind, over de vlakten raast. Zo komt de lezer aan de weet dat ergens in het gebied een groot meer is geweest waar vissers hun inkomen verdienden. En dat dit meer is verdroogd, waardoor de schepen wegroesten op de bodem. Het Aralmeer misschien, of een vergelijkbaar meer, ten prooi gevallen aan de ecologisch misdadige katoenteelt in de voormalige Sovjet-wingewesten. 

De lezer leert de inwoners kennen: de waterrijder, een voormalige visser die met een tankauto rondrijdt en door het geklots terugdenkt aan het meer, aan de vis en aan de vrouw die hem heeft verlaten. Hij neemt een andere vrouw mee en troont haar in het donker mee zijn huis binnen, waar ze 's nachts de liefde bedrijven. De volgende ochtend stapt ze de woning uit, die - zie Boonstra's foto elders in het boek - van een oude watertank is gemaakt. Mooi poëtisch, dromerig verhaal, een van de dertien duizend-en-een-nacht-achtige verhalen die Linssen schreef. 

Wie Koeraaj koeraaj in alle kalmte bekijkt en leest, voelt een moeilijk te definiëren verbondenheid - met de mensen die hij niet ziet, met een onbekend en ongenaakbaar land, met Linssens fictieve personages. Hetzelfde gevoel dat Flaubert oproept in zijn Reis door de Oriënt. Als je dat hebt gelezen, is de Oriënt alleen maar raadselachtiger geworden, maar wat ben je blij dat je het spoor van Flaubert, of Boonstra, hebt gevolgd.


ONHERBERGZAAM, DIRECT EN PUUR

Het Parool / Kunst & Media (19 juni 2012)

In de tentoonstelling Koeraaj koeraaj tonen filmmaker Marjoleine Boonstra en schrijver Céline Linssen momenten van verstilling in het barre landschap van Centraal-Azië.

DANIËL BERTINA

Zand, stof, zout en fel licht. In de foto’s van Marjoleine Boonstra (1959) is de droogte bijna te proeven. Aan de kraakwitte muren van de nieuwe, immense expositieruimte van Galerie Witteveen hangen foto’s van afgehakte geitenpoten onder een kleedje, broeierig donkere interieurs, waar het licht messcherp doorheen snijdt, tot de kurkdroge, uitgestrekte steppen. In haar tentoonstelling Koeraaj koeraaj toont Boonstra in foto’s en vijf korte films de verstilling van het onherbergzame landschap van Centraal-Azië. Waar mensen ondanks alles proberen te overleven.

Koeraaj koeraaj is tot en met 14 juli te bekijken. “Ik ben al heel lang verliefd op Rusland en Centraal Azië,” zegt Boonstra. “Ik ben er vaak geweest, en het blijft aan me trekken. Die streek en de mensen die er leven zijn heel direct en puur.”

Na talloze reizen door Rusland en Centraal-Azië belandde Boonstra in Oezbekistan. Daar zag ze hoe het Aralmeer grotendeels was drooggevallen vanwege de irrigatie van de katoenplantages. Lokale schippers waren noodgedwongen vertrokken of boer geworden, maar leken allemaal terug te verlangen naar het uitgestrekte water. Samen met schrijver Céline Linssen (1958) gebruikte ze dit thema als vroege inspiratie voor Koeraaj koeraaj.

Vóór dit project had Boonstra Linssen al eens benaderd met een ander idee: om samen de roman Dzjan te verfilmen, een werk van de Russische schrijver Andrej Platonov (1899-1951). Linssen was niet enthousiast. “Ik vond het een verschrikkelijk deprimerend boek. Toch was er één scène die me enorm aangreep. Op een gegeven moment rolt een koeraaj – zo’n rollende struik uit Westernfilms – achter de hoofdpersoon aan. Hij gaat ernaast zitten, aait die stekelige plant en voelt zich plotseling helemaal verbonden met de natuur.”

De koeraaj sleurt van alles mee, zegt Linssen. “Maar laat ook zaadjes en nieuw leven in de bodem achter. Dat vonden we allebei een prachtig beeld, waarmee we de onderlinge samenhang tussen mensen konden illustreren. Zo ontstond een serie verhalen waarin de langsrollende koeraaj steeds weer opduikt als verbinding tussen de personages. In een anoniem fantasieland, ergens op de kurkdroge steppen van Centraal-Azië.”

Koeraaj koeraaj begon als filmscript. Al snel nam het project andere vormen aan, want hoewel het Nederlandse Filmfonds direct geld toekende, bleek de buitenlandse financiering wat langer te duren dan verwacht. Op basis van het script schreef Linssen vervolgens een aantal nieuwe verhalen, geïnspireerd op de dromerige foto’s en de mystieke verhalen die Boonstra had verzameld.

Willem van Zoetendaal verwerkte dit alles tot het fotoboek Koeraaj koeraaj, en Galerie Witteveen bood plaats voor de bijbehorende tentoonstelling. Ook de filmversie kreeg nieuw leven ingeblazen. In oktober begint Boonstra met de opnames.

Een opvallend aantal foto’s in de tentoonstelling heeft door bewegingsonscherpte een fascinerend, wazig effect gekregen. Dat is een hele bewuste keuze, vertelt Boonstra: “Als toeschouwer ervaar je zo de kleuren veel directer en intuïtiever. Zo komt de sfeer voorop te staan, en niet de details.” Linssen haakt in: “De foto’s krijgen daardoor een spannende ongrijpbaarheid. Ze laten heel veel aan de verbeelding over, net als mijn teksten. Zo ontstaat er iets tussen de tekst en de beelden, in de fantasie van de kijker en lezer.”

Boonstra: “We proberen de toeschouwers alle ruimte te geven om vrij te fantaseren. Koeraaj koeraaj kent geen dictatuur van slechts één verhaal.”

Boonstra is al jarenlang gefascineerd hoe mensen zichzelf staande kunnen houden in de meest onmogelijke situaties. Het is een terugkerend thema in haar werk. Zoals in haar films voor de Humanistische Omroep, of haar online filmproject Keep on steppin’ – waarvan vijf korte films te zien zijn in de tentoonstelling.

“In mijn werk probeer ik te laten zien hoe mensen illusies en verhalen gebruiken, om zichzelf te troosten of zich even los te maken van de realiteit. Om zo het leven beter aan te kunnen, of betekenis te geven aan het bestaan. Om even op adem te komen. Dat heb ik op talloze plaatsen ter wereld gezien: in het door orkaan Katrina verwoeste New Orleans, in de bloederige Afghaanse oorlogsgebieden, of op de uitgedroogde steppen van Oezbekistan.”

Linssen: “Ik ben niet zo’n reiziger als Marjoleine. Ik ben nog nooit in Centraal-Azië geweest. Ik heb de verhalen bedacht op basis van de foto’s en anekdotes van Marjoleine. Als ik er zélf was geweest was mijn fantasie vast doodgeslagen.”

Marjoleine Boonstra en Céline Linssen. Koeraaj koeraaj. Galerie Witteveen, Konijnenstraat 16. Te zien t/m 14 juli www.marboni.nl